Blook    

7 [V] 1 [L]

[69-37] > [74-01]





Het Supermolekuul ->

Blook is een superman-persiflage van eigen bodem. De hoofdpersoon eet per ongeluk een Supermolekuul van zijn uitvindende pa op en verandert in een gespierde alleskunner die moeiteloos van de ene naar de andere planeet vliegt om ongerechtigheid op te ruimen (de enige stripheld met smetvrees). Hij heeft maar één zwakke plek: als zijn vader hem een 'flop' noemt krimpt hij weer tot zijn eigen schriele proporties. 

Het idee van Blook is het leukste in de eerste verhalen, maar daarna ontaardt de strip vooral in veel smijt- en gooiwerk bij gebrek aan stevige scenario's. Verbaal tekengeweld, soms een hele pagina lang (zie hieronder uit De Zwelplaneet [70-20]).

De eerste vijf verhalen zijn van Johnn Bakker (tekeningen/tekst) en Lo Hartog van Banda (tekst), Dick Matena maakt het scenario voor de laatste twee verhalen. De Profbokser is een losstaand verhaal van vier pagina's in het speciale Olympische Spelen nummer van PEP.

  • Het Supermolekuul [69-37] - [69-41]
  • De Ruimtereiniger [69-42] - [69-47]
  • De Zwelplaneet [70-01] - [70-22]
  • De Melodioten [70-27] - [70-43]
  • De robots [72-07] - [72-24]
  • De profbokser [72-34]
  • De Tellecten [73-01] - [73-22]
  • De ruimtepiraten [73-45] - [74-01]

Alle verhalen kwamen als album uit, de eerste twee samen als één doorlopend verhaal in de PEP stripoteek serie in 1970 (rechts onder), de overige vervolgverhalen als zwart-wit album in de periode 1978-1980 bij Oberon. De eerste twee verhalen worden in 1988-1989 herplaatst in Sjors & Sjimmie Extra Het losse verhaal De profbokser werd in het laatste album opgenomen. Later werd nog een onafgemaakt verhaal ontdekt: Blook gered door het licht. Het 1e boek verscheen ook in het Frans als album als "Supermax contre la supermolecule".

In een interview uit 1970 kondig Bakker ook aan bezig te zijn met sex-pockets van 162 pagina's en met een serie over de (auto-biografische) stripfiguur Mod. Die sex-pockets verschenen onder het pseudoniem Otis Space, één van de titels luidde "superlul" - in het vertrouwde superman genre dus. De naam Otis Space duikt ook op in het 4e nummer van het SF-tijdschrift Morgen (1972), waarin de strip "De mist die niet mocht optrekken" wordt geplaatst. In de eerste drie nummers van datzelfde tijdschrift verschijnen ook strips van Bakker: Ruimtegevangene op de Plunderplaneet (1971), De eindeloze planeet (1971) en De diamant (1972).

In 1982 verscheen een Suske en Wiske-parodie: De Keizerkraker, ook van de hand van Bakker, die dat zelf overigens altijd ontkende.

Johnn Bakker (1947 - 2006) tekent en schrijft ook Jab (1 verhaal, 1974), Smock (2 verhalen, 1974) en 6 losse strips in 1973 en 1974. Met Geo Staad (drs. P) maakt hij Dan Teal (1970 - 1971). In 1975 stopt Bakker als striptekenaar en wordt commercieel vormgever en schilder.

Dick Matena is betrokken bij de Argonautjes, A. den Dooier, Grote Pyr, De Macaroni's en Ridder Roodhart.

Lo Hartog van Banda schrijft voor de Argonautjes, Ambrosius, Baron van Tast tot Zeveren, Ridder Roodhart en Titus.


Voorplaat [69-42] aankonding 2e verhaal



Onofficiële fansite.

<< vorige

1968 index | Home

1970 >>