|
26 [V] 7
[L]
|
[65-20] > [75-36]
|
Billy the Kid >>
Albums
1-8 bij Dupuis, door Morris: korte verhalen.
9-18 (Dupuis) door Morris met volledige verhalen. Goscinny werkt mee aan een aantal albums maar zijn naam wordt
niet vermeld. (9 verhalen in PEP)
Twee verhalen (De Rechter en De Daltons breken uit) worden gebundeld en als een speciaal
klein formaat PEP-album uitgebracht door de geïllustreerde Pers in 1967.
19-31 bij Dupuis, door Morris en Goscinny.
(7 verhalen in PEP)
32-48 door Morris en Goscinny bij
Dargaud die nummert van 1-17. Nr. 17 De Ballade van de Daltons is getekend
door anderen op basis van de gelijknamige tekenfilm. (10 verhalen in PEP)
49-60 (Dargaud) met nummers 18-29 door Morris
en anderen, o.a. Bob
de Groot, Martin Lodewijk, Guy Vidal, en Lo Hartog van Banda. Soms wordt Goscinny als co-auteur
vermeld.
61-68 door Morris en diverse scenaristen, door Lucky Productions
die de originele nummering hervat.
69-71 Le Prophète (de Profeet) op een scenario van de Zwitser
Patrick Nordmann, l'Artiste Peintre (de Kunstschilder)
op tekst van Bob
de Groot en La légende
de l'ouest (De legende van het westen, (2002) ook van Patrick Nordmann.
In Frankrijk worden deze albums weer door Dargaud uitgebracht in de serie Lucky Comics.
|
|
Lucky Luke
moet het niet hebben van subtiele woordspelingen of dubbele bodems, de kracht zit
in de bijrollen: Rataplan en de Daltons op de eerste plaats wegens hun hardnekkige
domheid. Daarnaast wordt de strip bevolkt door zonderlingen als de Rechter Roy Bean, Billy
the Kid, Sarah Bernhardt, Calamity
Jane en Jesse James die veelal gebaseerd zijn op historische figuren. De Dalton zijn fictie, in het begin van de serie heeft Morris de originele broers
(neven van Jesse James) laten overlijden. Dit tot verdriet van Goscinny die ter compensatie
de neven Daltons introduceert.
Sommige figuren zijn gemodelleerd naar bekende personen: W.C. Fields als circusdirecteur
in Western
Circus, Alfred Hitchcock
als barkeeper, David Niven (in Calamity
Jane), Jack Palance als Phil IJzerdraad, Vic Hubinon (tekenaar Roodbaard)
als Barry Blunt en Lee Van Cleef als de
Premiejager. Rataplan is
een parodie op de tv-hond Rintintin. De Postkoets
is gebaseerd op de film The Stagecoach van John Ford. Lucky Luke zelf zou
geleend hebben van Lucciano Locarno (1860-1940), een sheriff cq. premiejager van Italiaanse
afkomst uit Missouri die later met een cowboy-show rond zou trekken. Morris ontkent de gelijkenis overigens.
Het 1e avontuur Arizona
1880 verschijnt in de 1946-editie
van Almanach Spirou, het jaarboek van de Franstalige Robbedoes, het
zou later in het derde album komen. In 1947 komt het eerste verhaal in Robbedoes.
Het eerste album Dick
Digger's Goudmijn verschijnt
in 1949.
De eerste verhalen zijn van Morris (verengelsing van Maurice De Bevere)
alleen, daarna werkt hij met tekstschrijver Goscinny.
Na diens dood nemen andere auteurs het over (zie kader). Het oudste PEP-verhaal is
Rails door de prairie uit 1957 (album 9 - van Morris maar met bijdragen van
Goscinny), het meest recente De
erfenis van Rataplan uit
1973 (album 42). De verhalen verschijnen in een andere volgorde, in de lijst hieronder
staat achter de naam het jaar waarin het PEP staat, het jaar waarin het album uitkomt en het nummer van het album,
Dargaud-nummers staan tussen [rechte haken]. De overstap naar Dargaud (Pilote) is
in 1968 na een conflict met Robbedoes-uitgever Dupuis. Alle verhalen vanaf nr. 34
verschijnen in PEP voor het eerst in het Nederlands.
Billy the Kid [65-20] > [65-35] 1962, 20
Tegen de Daltons [65-41] > [66-05] 1959, 12
De Daltons
breken uit [66-06] > [66-20] 1960, 15
Fort Cheyenne [66-21] > [66-35] 1965, 27
De rechter [66-36] > [66-50] 1959, 13
In 't spoor
van de Daltons [66-51] > [67-17] 1962, 17
De trek naar
Oklahoma [67-18] > [67-34] 1960, 14
Rivalen in
Painful Gulch [67-35] > [67-51] 1962, 19
In de schaduw
der boortorens [67-52] > [68-16] 1962, 18
De Postkoets [68-20] > [68-37] 1967, 32 [1]
Tenderfoot [68-38] > [69-05] 1968, 33 [2]
Dalton City [69-06] > [69-23] 1969, 34 [3]
Calamity Jane [69-25] > [69-42] 1967, 30
Jesse James [69-43] > [70-07] 1969, 35 [4]
De spookstad [70-08] > [70-23] 1965, 25
Western Circus [70-24] > [70-38] 1972, 36 [5]
Het escorte [70-39] > [71-02] 1966, 28
Apache Canyon [71-03] > [71-18] 1973, 37 [6]
De zwarte
heuvels [71-19] > [71-34] 1963, 21
Ma Dalton [71-35] > [71-49] 1971, 38 [7]
Bootrace op
de Mississippi [71-50] > [72-13] 1961, 16
Blauwvoeten
op oorlogspad [72-14] > [72-30] 1958, 10
Rails door
de prairie [72-31] > [72-52] 1957, 9
De premiejager [73-20] > [73-41] 1972, 40 [9]
De Grootvorst [73-43] > [74-12] 1973, 41 [10]
De erfenis
van Rataplan [74-14] > [74-25] 1973, 42 [11]
De korte episodes (1975) staan in Zeven
korte verhalen - 28 [15]
Fort Cheyenne heet als album Het 20e Calaverie.
Andere titels wijken ook af: Tegen
de Daltons is de PEP-versie
van De neven Dalton, Rails
door de prairie heet De
spoorweg door de prairie terwijl Rivalen
in Painful Gulch als album
de titel Naijver
in Painful Gulch krijgt.
Niet alleen titels verschillen, ook teksten en inkleuring van PEP-verhalen zijn anders.
< album -
PEP >
De boeken van Rataplan (18) en Kid
Lucky, de jonge Luke (2) worden door Lucky Productions uitgebracht maar door anderen
getekend - om de lezer te misleiden verscheen het tweede boek van deze serie. Oklahoma
Jim (1997) in de normale Lucky Luke serie. Lucky Comics brengt in 2004 Jolly Jumper
op Vrijersvoeten (La belle province) uit, gemaakt door Achdé en Laurent
Gerra.
Inkleurder/assistent Vittorio Leonardo zou uitverkoren zijn als opvolger van Morris
en de serie voortzetten; van dat plan is tot op heden gelukkig niets vernomen.
Van juli 1994 t/m januari 1995 verschenen Lucky Luke maandbladen in het Nederlands
bij Semic Press. De verhalen van de oorspronkelijk Duitse uitgaves zijn van anonieme
auteurs.
|
Lucciano Locarno
|