Vidocq    

Nederland

9 [V] 23 [L]

[65-48] > [70-30]







[68-11] bevat een tekstverhaal van Vidocq met tekst van Tim Maran en een illustratie van Kresse. Het verhaal is een raadsel dat door de lezers opgelost kan worden, onder de juiste inzenders wordt de originele tekening van Kresse verloot.
Hans G. Kresse dankt zijn reputatie vooral aan zijn epos Eric de Noorman, een traditionele Europese strip met tekst onder de plaatjes. De balloonstrip Erwin (de zoon van Eric de Noorman) komt in 1966 in PEP. Daarnaast is Kresse bekend van zijn Indianen-strips die in PEP verschijnen.

Maar ook daarvoor publiceert Kresse in PEP, hij maakt voorplaten, illustreert tekstverhalen, tekent de laatste twee afleveringen van
Spin & Marty (1964) en een groot aantal Zorro-verhalen (1964-1965) op scenario's van de Walt Disney studios. Zijn eerste 'eigen' strip is Vidocq, over een politiespeurder uit de Napoleontische tijd.

Vidocq is gebaseerd op Eugène François Vidocq (1775 - 1857) die zijn loopbaan begint als inbreker maar daarna de Franse politie, de Sûreté, opricht. Als hij de dienst verlaat, publiceert hij in 1828 zijn Memoires de Vidocq, chef de la police de Sûreté, jusqu'en 1827: vier delen, totaal zo'n 1200 pagina's. In 1828 verschijnt nog Les Voleurs, een soort psychologische verhandeling over misdadigers. Het is overigens twijfelachtig of Vidocq zelf de auteur is van deze boeken. De meesterspeurder, die veel misdadigers pakt door zich onherkenbaar te vermommen, is bij zijn leven al een legende.

Kresse zou zich ook baseren op Napoleon, historie en legende van prof. Jacob Presser uit 1950 maar dat kan alleen de achtergronden van de Napoleontische tijd betreffen, Vidocq zelf komt in dit boek niet voor.

Vidocq is het archetype van de moderne detective. De eerste echte detective story: The murders in the rue Morgue (1841) van Edgar Allan Poe (1809 - 1849), is al gebaseerd op Vidocq. De held Auguste Dupin vertoont duidelijke Vidocq-trekjes terwijl de Parijse setting en de oplossing door deductie de hand van de Parijse speurder verraden. Veel 19e eeuwse schrijvers, waaronder Balzac (met Vautrin) en Victor Hugo (met Jean Valjean) laten zich inspireren door Vidocq. Ook daarna spreekt Vidocq tot de verbeelding, in 1967 en 1973 lopen op de Franse tv twee series over zijn leven (de eerste wordt ook door de NCRV vanaf 1967 uitgezonden) terwijl in 1999 een speelfilm over Vidocq uitkomt met Gerard Depardieu in hoofdrol.

Kresse is niet de enige die Vidocq tekent. Er zijn waarschijnlijk minstens vier andere versies, in de jaren zestig tekent Chénet een krantenstrip over Vidocq en in die periode wordt ook een strip gemaakt voor een tv-gids (van Galland) terwijl Casterman in 1993 nog een album met Vidocq-verhalen uitbrengt. In Pepparade nr. 10 verschijnt ook een Vidocq-verhaal met tekst van Lux (
losse strips) en tekeningen van Fédor.

In de PEP-index staan 23 losse en 9 vervolgverhalen. De vervolgverhalen dateren vooral uit de laatste periode. Het precieze aantal is dubieus, losse verhalen die elkaar opvolgen, vormen in veel gevallen één verhaal zoals
't Verdwenen Kamermeisje, De valse Gravin en De wraak van de Kat uit 1966. Het langste verhaal is de laatste Vidocq episode Lady Melrose uit 1970.

In 56 aflveringen van PEP verschijnt een aflevering van Vidocq die meestal 4 pagina's duurt, bij elkaar zijn er dus zo'n 220 pagina's in het weekblad gepubliceerd.

Waarschijnlijk zijn al deze verhalen in de twee Vidocq albums van Oberon verschenen: De Avonturen van Vidocq uit 1977 (146 pagina's, zwart-wit, zie rechts) en De Ratten van Parijs en andere verhalen uit 1980 (70 pagina's, zwart-wit). In het laatste album wordt
Tim Maran bedankt die van een viertal Vidocq-verhalen het scenario schrijft (Corsicaanse Bibi, De koning van de onderwereld, De hand van de 'Doder', Het monster der hebzucht, 1968: 30, 36-40).

In 1970 verscheen al het zwart-wit album Vidocq, verzamelde stripverhalen maar dit was alleen voor PEP-abonnees. Van Vidocq worden in 1986 en 1987 nog vijf verhalen in EppoWV geplaatst, twee daarvan verschenen eerder in PEP.

Hans G. Kresse, (Amsterdam, 1921 - 1992) maakt zijn eerste strip in 1938, in 1944 treedt hij in dienst bij de Toonder studio's waar hij in 1946 start met Eric de Noorman, in 1964, na 67 verhalen wordt de strip gestopt. 

Kresse maakt ook Erwin, Zorro, Spin & Marty verhalen, indianenstrips, voorplaten en losse verhalen.


omslag [68-02]



Eugène François Vidocq

<< vorige

1965 index | Home

volgende >>